Rouwen is iets heel persoonlijks. Jij, ik en de mensen om ons heen maken dat allemaal mee in ons leven. Rouwen en tijd gaan niet samen. Dat ervaar ik zelf en ik maak het van dichtbij mee: mijn lieve vriendin is weduwe geworden. Ik voel haar pijn, haar machteloosheid, haar eenzaamheid, haar rauwe rouw …
Voor mij is het belangrijk dat je dit mag uitspreken. Dat de rouw er gewoon mag zijn, op jouw manier.

Ze moet het leven helemaal opnieuw uitvinden….

3 Jaar geleden, na een vreselijk ziekbed, is ze haar man verloren. Ze deden werkelijk alles samen. Alle lief en leed gedeeld. Hun grootste verdriet was dat ze nooit kinderen hebben gekregen. Dat hebben ze in een lange loop der jaren samen verwerkt. Samen een fijn leven opgebouwd waarin ze elkaar altijd tot steun waren. Na zijn dood moet ze het leven helemaal opnieuw uitvinden…

Ze loopt overal tegenaan. Alleen overal op af stappen, alleen verwerken, het lege huis, de lege stoel, de lege plek in bed…… Elke keer opnieuw, elke dag opnieuw, elke nacht opnieuw, elke minuut opnieuw. De stilte schreeuwt haar tegemoet. Het leven gaat door, meer verliezen stapelen zich op. Haar zus wordt ziek, haar broer wordt ziek en ze schiet in de zorg. Ze “parkeert” haar verdriet om haar allerliefste. En doet uit alle macht wat ze kan.

Ze huilt, ze schreeuwt en ze gaat door en ze gaat door en ze gaat door. Steeds weer nieuwe situaties die ze het hoofd moet bieden. Alles is immers nieuw nu hij er niet meer is. De man waar ze meer dan 30 jaar van haar leven mee heeft gedeeld. Het grootste deel van haar leven. Niemand kan haar vertellen, haar leren hoe ze zonder hem kan leven. Ze moet het in alle pijn en verdriet zelf ontdekken en auww, wat doet dat zeer. Ze moet door, ze gaat door, ze dwaalt in de verdrietige herinneringen….

De omgeving is trots op haar want ‘ze doet het zo goed’. Inwendig schreeuwt ze: “Wat doe ik dan zo goed!!? Ik ben kapot. Nooit zal ik hem nog zien, nog even met hem praten, nog even samen gek doen, nooit meer samen de krant lezen, nooit meer samen wandelen, samen fietsen, nooit meer voor hem koken. Hij is er niet meer. Nooit meer. Nooit meer hoor ik zijn voetstappen boven, nooit meer het zachte getik op het toetsenbord terwijl zijn lievelingsmuziek zachtjes draait. Nooit meer zijn stille aanwezigheid, zijn humor, zijn grappen. Nooit. Nooit. Nooit.”

Ze voelt zich verscheurd en gaat door in de zorg voor de lieve mensen die haar nodig hebben, voor wie ze er wilt zijn, van wie zij ook nog afscheid moet nemen…. Nóg meer nooit-meers.

Ja ‘het is goed zo’. Ja ze waren te ziek. Ja dat zegt het verstand. Haar hart schreeuwt het uit…. En ze voelt zich eenzaam, eenzamer dan ooit ook al heeft ze een handvol lieve vrienden die er áltijd voor haar zijn. Die haar op haar hart drukken dat ze mag, dat ze mag rouwen. Het is niet ál 3 jaar, het is pás 3 jaar…..

Als een lieve vriendin nog eens een keer zegt dat ze mag, dan gaat ze…. Je mág, je mag ‘nog steeds’ rouwen en verdriet hebben. Ze hebben gelijk. Het is niet ál 3 jaar. Ze ontdekt dat zich steeds nieuwe lagen in haar rouw en verdriet aandienen. Ze mag….. wat een opluchting. Ze zoekt hulp. Een onafhankelijke gesprekspartner. Wat een opluchting. Ze komt thuis in elke laag van haar verdriet dat nooit iemand weg zal kunnen nemen. Het is rouw, het is RAUW.

Rauwe rouw, dat is het ziekbed, dat is het vlak na zijn overlijden, dat is het eerste jaar, dat is alles weer opnieuw beleven. Elke dag is weer een eerste dag zonder hem. De gewone dagen, de dagen vol herinneringen, de dagen vol pijnlijke herinneringen, de eerste verjaardagen, de eerste kerst, de eerste…………

Het tweede jaar voelt ze dat het niet in die bijzondere dagen zit, maar de weken rond zijn sterfdag blijven intens verdrietig. Alles, elk moment staat in haar geheugen gegrift. En dat mag. De gesprekken geven lucht. Nu hoeft zij er niet te zijn voor de ander, maar is de ander er voor haar. Er is alle ruimte voor haar.

Nu ze zichzelf toestemming heeft gegeven kan ze verder. Mag haar verdriet er écht zijn. Niet alleen van haar hoofd, maar van haar hart, van heel haar wezen. En beetje per beetje voelt ze dat het altijd met haar mee zal lopen. Dat het haar niet langer verteert, maar dat het haar maakt tot wie ze is. Ze houdt veel te veel van haar man om hem los te laten en dat hoeft ook niet. Hij loopt altijd met haar mee… 

Je bent gewend dat ik een tip/tips geef in mijn blog:

Blijf oog hebben voor de mensen om je heen die lijden onder een intens verlies. Verlies aan de dood en ja, ook verlies aan het leven…..
Je wilt toch niet bij de velen horen die na één jaar (of eerder) al ‘afhaken’?

Zo vaak is de omgeving hardvochtig: “Is ze er nou nog niet overheen?”
Als jij onder een intens verdriet lijdt wil je dat niet horen. Dan weet je dat verdriet en rouw niet in tijd te vatten zijn…..

Wat zijn jouw ervaringen? Deel ze in het veld hieronder. 
Ook zo helpen we elkaar en natuurlijk krijg je antwoord van mij.

Liefs,

Marie-José