Ik sta in mijn keuken uien te hakken en de wortel de bleekselder liggen al klaar om hetzelfde lot te ondergaan. De tomaten ernaast om ontvelt te worden. Ineens hoor ik in gedachten de stem van mijn, inmiddels volwassen, dochter weer: “Jij hebt ons met pakjes opgevoed!” Stilletjes sta ik in mezelf te grinniken. 

Weer wat geleerd!

Vandaag staat er spaghetti op het menu voor mijn kleinkindjes. Een keer per week eten ze bij mij en dan eten we altijd iets lekkers. Bijvoorbeeld toverspinazie, heksenrisotto en vandaag dus spaghetti mét lange slieten. Eén keer dacht ik slim te zijn en de spaghetti voordat ik ze in de pan deed alvast te breken. Dan zou het aan tafel niet zo’n knoeiboel worden. Ontdaan keken mijn kleinzoontjes toen in de pan: “we zouden toch spaghetti eten oma!?” “Ja, dat is toch spaghetti? “Nee oma, dat zijn kleine stukjes, spaghetti is lange slierten!” Oeps! Ik had weer wat geleerd!

Dat heb ik inderdaad gedaan

Maar goed, terug naar de spaghettisaus die ik ging koken, mét allemaal verse ingrediënten en toen de stem van mijn dochter dat ik mijn kinderen met pakjes heb opgevoed. En weet je: ze heeft gelijk. Dat heb ik inderdaad gedaan. Toen ze klein waren kwam de spaghettisaus uit een pakje. Van Honig of weet ik veel. Het droge spul aanlengen met warm water,  even laten staan, bij de warme spaghetti gooien en hoppa, spaghetti! (ik deed er geloof ik nog wel verse tomaten door hoor! 😁)

Nog niet mijn eigen koers

Wist ik veel dat je spaghetti saus ook zelf kon maken. Wist ik veel dat die pakjes vol met e-nummers zitten die nu niet precies echt gezond zijn. Die inzichten zijn pas later gekomen. Heel mijn omgeving kookte op die manier spaghetti en ik dus ook. En het was ook pas veel later dat ik niet meer automatisch deed wat mijn omgeving deed, dat ik mijn eigen koers ging ontdekken en varen.

Schuldgevoelens

Vroeger zou ik me zo’n opmerking van mijn dochter vreselijk hebben aangetrokken. Schuldgevoelens, gedachten als ‘hoe kon ik ook zo stom zijn’, ‘ook ruim 30 jaar geleden was er vast al meer bekend over gezonde sauzen maken en gezond koken’, ‘waarom wist ik dat dan niet!’ enz. Mezelf naar beneden halen en in de rol van de niet goed genoeg moeder duwen. Nou dát doe ik gelukkig niet meer. 

Wat voor voorbeeld ben je dan!

Ik heb mijn meisjes opgevoed vanuit de kennis en wijsheid die ik tóen had. En sterker nog, nu geef ik tijdens mijn presentaties, workshops en sessies ruiterlijk toe dat ik me heilig had voorgenomen dat ik echt de perfecte moeder zou zijn én dat die truc helaas mislukt is. En eigenlijk helemaal niet helaas. Stel je voor dat ik, dat jij, wél de perfecte moeder zou zijn. Wat voorbeeld ben je dan?  Hoe kunnen jouw kinderen zich ooit veilig ontwikkelen als ze alleen maar hele dagen een perfect mens voor zich zien? Daar kunnen ze toch nooit aan tippen!

Niets mis mee

Dus: er is helemaal niets mis met jou en mij! Fouten maken we maar om één reden: om van te leren. Inzichten kunnen en mogen altijd weer veranderen. Dat heet groei. Groei in je menszijn. En het is nu eenmaal een feit: je komt altijd wijzer van de markt dan dat je er heen bent gegaan. 

Oude pijn

Wat zo’n onschuldige opmerking echter kan triggeren is een oude belemmerende overtuiging, oude pijn, die jou nog steeds in de weg zit. Er zijn grofweg drie basisovertuigingen die jou, als je je daar niet bewust van bent, tegenhouden om voluit te leven en van het leven te genieten.

1. Ik ben niet goed genoeg
2. Ik mag geen fouten maken
3. De wereld is onveilig

Je hoeft niet per se te kiezen hoor 😉  je kan ook onbewust vanuit alle drie die overtuigingen leven. Het zijn basisovertuigingen die je jezelf ergens in je jeugd totaal onbewust hebt ingeprent, die sindsdien jouw houding tegenover het leven bepalen en dat blijven doen, tenzij je ermee aan de slag gaat.

Je kan het gewoon nog niet

Kleine kinderhersentjes kunnen nog niet beredeneren. Dat zijn ze allemaal nog aan het leren. De wereld is voor een klein kind nog zwart wit. Je bent blij of je bent boos. Daartussenin zit niets. Je kunt nog niet nuanceren, ook niet in hetgeen tegen je gezegd wordt of je toevallig opvangt. Als je keer op keer bent toegeschreeuwd dat er van jou toch niets terecht komt groei je op in de vaste overtuiging dat je niet goed genoeg bent. 

Die overtuiging kan ook op een subtielere manier ontstaan: je hebt ergens wat opgevangen dat mensen (ouders, opa, oma, de meester, de juf) vinden dat jij het niet goed doet. Keer op keer wellicht. En dan zet de overtuiging zich vast dat jij niet goed genoeg bent. Of een broertje of zusje die steeds de hemel in wordt geprezen met 8-en en 9’s en daar sta jij dan met je zesjes (waar je keihard voor hebt gewerkt) Je linkerhersenhelft gaat pas meedoen als je spraak-taal ontwikkeling begint en je hersenen hebben zich rond je 25e pas volledig ontplooit. Je belemmerende overtuigingen ontstaan echter in de eerste 7 à 8 levensjaren. Dan worden ze ingeprint en vervolgens borduur je daar onbewust de rest van je leven op voort. 

Uitgelachen of verbeterd

Op dezelfde manier ontstaat de belemmerende overtuiging ‘ik mag geen fouten maken’. Als er keer op keer op- en aanmerkingen zijn op je werkjes, op wat je laat zien. Als jouw opvoeder jou keer op keer vertelt dat je het niet goed doet, als je wordt uitgelachen om wat je hebt gemaakt of laat zien, als je constant wordt ‘verbeterd’, wel dan is het niet moeilijk om op te groeien in de belemmerende overtuiging dat je geen fouten mag maken.

Ik ben onveilig

En dan de derde ‘de wereld is onveilig’. Die ontstaat als je niet wordt getroost als je verdrietig bent, als er geen ruimte voor jouw tranen mag zijn, als er  geen schouder is om op uit te huilen is. Als je belachelijk gemaakt wordt, als vader/moeder/opvoeder losse handjes heeft. Als je altijd op je hoede moet zijn of een van je ouders niet ineens uit zijn/haar slof schiet. Het ene moment ben je alles voor hem/haar en het volgende moment krijg je de volle laag omdat je per ongeluk een schep eten naast je bord laat vallen of je schoenen hebt laten slingeren. Dan ervaar je de wereld als een onveilige plek.

Niet zoveel, wel het belangrijkste

Het belangrijkste wat je als kind nodig hebt om gezond, gelukkig en goed gehecht op te groeien is helemaal niet zo veel:

* je goed genoeg mogen voelen zoals je bent
* liefde ervaren
* fysieke en emotionele veiligheid ervaren.

Alle rest is bijzaak.

Geen paniek

Schiet nu niet direct in paniek als je vaststelt, ‘nou dat heb ik zo niet helemaal ervaren in mijn jeugd’. Of als je denkt: ‘hmmm dat was er volgens mij allemaal wel en toch zit ik met die belemmerende overtuigingen zoals jij die hierboven beschrijft’. 

Je weet niet welke kronkels je kinderhersentjes allemaal hebben gemaakt. Wat wel goed is om te weten is dat we die kronkels er ook weer uit kunnen halen. Je kan die oude overtuigingen, die je al veel te lang in de weg zitten, gewoon leren loslaten. Als je dat doet dan sta je met een flink stuk meer vertrouwen in je zelf in het leven. Dan hoef je je de opmerkingen van anderen niet meer aan te trekken, je kan ze gewoon l o s l a t e n.

Een kwinkslag als mokerslag

Zo kon ik die opmerking van mijn dochter “Mam je hebt ons met pakjes opgevoed!” gewoon loslaten. Het was overigens helemaal geen aanval van haar, integendeel, meer een kwinkslag met een dikke vette figuurlijke knipoog. Maar als je nog volop vanuit je beperkende overtuigingen leeft komen zelfs kwinkslagen als een mokerslag binnen en kunnen ze jou volledig van je padje brengen. 

Welke van de drie belemmerende overtuiging herken jij bij jezelf?  Wil je dat hieronder met mij delen?